Vader valt uit tegen zijn zoon: “You’ve done enough already!” Ontdaan over zijn eigen uitbarsting van woede vervolgt hij: “You’re messing with my Zen Thing, man.”
Een tegelijk terloops en veelzeggend moment in Tron Legacy, een action-packed SF film uit 2010. Gespeend van literaire en klassiek cinematografische ambities, lijkt deze film op het eerste oog een hightech videoclip voor het Franse electro-duo Daft Punk. Maar onder de gladde verschijning gaat een verhaal schuil dat iets zegt over de hedendaagse mens op zoek naar oriëntatie in zijn complexe bestaan.
Daarvoor moeten we begrijpen dat de virtuele wereld van Tron de wereld van onze eigen geest is. De film handelt over ons innerlijk en de conflicten die daarin schuilen. Een aantal daarvan wordt op veelzeggende wijze uitgebeeld: het humanistische wereldbeeld waarin wijzelf de scheppers van onze werkelijkheid zijn; uitvinders van waarden en betekenissen. De wens het eigen leven te bepalen en te perfectioneren en de veeleisendheid, controlemacht en de tirannie dat daarmee gepaard gaat. Het inzicht dat een wens tot verbetering, monsterachtige vormen aan kan nemen, doordat het contact met elke vorm van natuurlijkheid verloren is gegaan. De zoektocht naar perfectie die zich keert tegen het leven zelf.
Het meest interessant is de houding van de schepper van deze wereld. Kevin Flynn is een gevangene van zijn eigen schepping. De houding die hij in de loop der jaren gevonden heeft om hiermee om te gaan, is die van kluizenaar. Als een zenmonnik die zich oefent in een houding van ‘niet-handelen’ probeert hij de krachten die hijzelf ontketend heeft, in evenwicht te houden. Met de komst van zijn zoon wordt deze ‘onverschilligheid’, deze contemplatieve levenshouding, uitgedaagd. Gedwongen te handelen, komt het bevroren machtsconflict dat de wereld in zijn ban heeft tot uitbarsting en vindt uiteindelijk zijn oplossing.
De film geeft zicht op een geestelijke ontwikkelingsweg waarin zowel de waarde als de moeilijkheden van een contemplatieve leefwijze aan het licht worden gebracht. Ze geeft inzicht in de motieven om te creëren, te (over)leven, te vernietigen, en ook in de levenshoudingen die daarin passend zijn. De zoektocht van Kevin Flynn is daarin het interessantst omdat in hem alle krachten (letterlijk) samenkomen. Hij is tegelijk het meest vitale en krachtige en de meest tragische mens.
In hem kunnen we onszelf herkennen als ook wij gevoelig zijn voor het willen oplossen van een conflict dat vele malen groter is dan onszelf. Hoe bewegen wij ons in een wereld waarin wij geen houvast meer van buitenaf hebben om de waarde en betekenis van ons leven te bepalen? Een werkelijkheid waarin waarden dagelijks verschuiven en betekenissen telkens weer veranderen. Is “my zen thing” niet een poging een rustpunt te vinden; een kalmte in de bruisende, zowel creatieve als ook destructieve, duisternis van ons (onbewuste) innerlijk?
Juist in onze tijd kunnen wij veel hebben aan de weg van zen en van andere contemplatieve tradities waarin gezocht wordt naar een vorm van innerlijke rust of gemoedsrust. Daarbij gaat het om een paradoxale en spanningsvolle uitdaging de eigen geest meester te worden en haar tegelijk los te laten.